Het is O’Connors grootste overwinning sinds zijn komst naar Team Jayco AlUla aan het begin van dit seizoen. Het is zijn tweede ritzege ooit in de Tour, na zijn eerste in 2021.
Hij behaalde zijn overwinning op een speciale Giant Propel Advanced SL met een superlichte, volledig zwarte afwerking, gebouwd voor de bergetappes en de klimtijdrit in etappe 10. Zijn fiets was uitgerust met een CADEX Max 40 WheelSystem, Aero Cotton-banden, een CADEX Aero Integrated-stuur en een Amp 3D-zadel.
Na een crash in de openingsrit leek zijn Tour moeizaam te beginnen, maar O’Connor toonde veerkracht en wist juist de zwaarste etappe te winnen: 171 loodzware kilometers, met drie beklimmingen van de buitencategorie: de Col du Glandon, de Col de la Madeleine en de slotklim naar de Col de la Loze bij Courchevel. Die laatste klim was met meer dan 26 km lengte en een gemiddeld stijgingspercentage van 6,5% de zwaarste van allemaal.
De zege betekende ook sportieve revanche voor het team, na de nipte tweede plaats van Mauro Schmid in etappe 11, waar hij op een haar na verloor in een sprint met twee.
“Ik ben ongelooflijk trots op mezelf en op de jongens die me elke dag steunen tijdens deze hele race, zelfs in de zware momenten,” zei O’Connor. “Dank aan iedereen bij Jayco AlUla. Dit is wat het team nodig had, en wat ík nodig had. De Tour is de grootste race ter wereld, maar ook zonder twijfel de wreedste.”
O’Connor voelde zich vanaf de start beter dan voorgaande dagen: “Ik was actief vanaf het begin, en toen ik met Jonas [Vingegaard] en Pogi [Pogačar] boven op de Madeleine mee kon, wist ik dat ik een kans had. Boven op de top was het hét moment om toe te slaan in het dal.”
Hij vertrouwde op zijn benen én zijn tactiek: met 41 km te gaan ging hij in de aanval, samen met Einer Rubio en Matteo Jorgenson. O’Connor en Rubio begonnen samen aan de slotklim, waar O’Connor met nog 16 km te gaan zijn beslissende aanval plaatste.
“Het was het proberen waard,” zei hij. “Op de slotklim draaide alles om het wachten tot het steilste stuk, vlak voor Courchevel. Daarna was het gewoon tempo houden, zoals in een tijdrit. Dat is mijn specialiteit.”
De 29-jarige had nog tijd om van zijn overwinning te genieten in de slotkilometers: “Toen Rubio eraf was, wilde ik gewoon niet dat de gele trui me nog inhaalde in die laatste vijf kilometer. Toen ik hoorde dat het gat nog steeds drie minuten was bij de drie kilometer-markering, wist ik: dit zit goed. En dat voelde geweldig.”








